Over dubbeltjes en kwartjes

Over dubbeltjes en kwartjes

Zoals ik gisteren schreef, ben ik begonnen in het nieuwe boek van Erica Verdegaal, ‘Waar doen ze het van?’. Ik wilde daar één recensie over schrijven, maar kwam verschillende dingen tegen waar ik toch liever wat verder over uit wilde wijden. Vandaag wilde ik het daarom graag hebben over dubbeltjes en kwartjes.

Als je voor een dubbeltje geboren bent…

Iedereen kent het gezegde wel: Als je voor een dubbeltje geboren bent, dan word je nooit een kwartje. Het idee erachter is dat als je uit een bepaalde situatie komt, dat de kans minimaal is dat je die situatie overstijgt. Kom je uit een arm gezin, word je meestal geen miljonair.

Ik dacht altijd dat die gedachte mij niet zo in de weg zat, maar volgens mij zit die gedachte me toch meer in de weg, dan ik altijd gedacht heb. Wat een rotzin, maar goed, het idee is denk ik duidelijk.

Hoe zit het?

Ik heb het qua financiële opvoeding goed getroffen, vind ik. Mijn ouders hadden het eerst minder goed, maar werkten hard, deden goed met hun centen en werden toch wel redelijk rijk. Niet multimiljonair-rijk, maar ze hadden (en hebben) het goed voor elkaar. Ons leerden ze ook omgaan met geld. We kregen geen excessieve zakgeldbedragen, er waren budgetten voor b.v. de aanschaf van kleding en als we luxe dingen wilden, dan moesten we daar gewoon voor sparen/werken. En als we werkten voor hen, dan kregen we daar ook geen achterlijke bedragen voor. Op zich een mooie situatie; de mogelijkheden waren er, je moest er alleen wel echt iets voor doen om er gebruik van te maken.

Dat betekende concreet voor mij dat ik overal wel mogelijkheden zag om geld te verdienen. Door te werken natuurlijk, maar ook bijvoorbeeld door me in te schrijven voor enorm veel klikprogramma’s, reviews te schrijven voor geld, enzovoorts. Ik spaarde ook altijd, dus voelde me eigenlijk altijd wel rijk. Als ik iets zag, kon ik het kopen. Op één of andere manier lukte het me altijd goed om alleen naar de dingen te kijken die ik ook daadwerkelijk zou kunnen betalen. Wat dat betreft zie ik mezelf dus best als een kwartje; ik weet hoe je vermogen kunt opbouwen (waarbij ‘vermogen’ even een relatieve term is) en ik weet ook overal wel weer iets vandaan te halen.

Voor je verder leest, wil ik je iets vragen...

Is jouw geld op voordat je maand voorbij is? Wil je weten wat de beste spaarmethodes zijn?

Overweeg je om aan de slag te gaan met beleggen , maar weet je niet waar je moet beginnen?

Meld je dan nu aan voor mijn inspiratiemail - met content die je nergens anders vindt!

Maar

Waar gaat het dan ‘mis’ zou je denken? Op mezelf vind ik mezelf prima een kwartje, maar ik ben niet alleen. Ik heb ook broers. En één daarvan is ontzettend goed in geld verdienen. En dan heb ik het niet over een paar euro’s met een klikprogramma, maar over bedragen waar je je hypotheek mee aflost of een leuke auto koopt. Zo eentje waar je nooit blindelings moet vertrouwen op een ‘prijs valt wel mee’ als je ergens naar informeert (niet dat ik wil weten wat zijn dingen kosten, maar als hij b.v. handig gereedschap heeft dat hier ook van pas zou komen, komt zoiets wel eens ter sprake), want wat bij hem meevalt, is voor mij toch een wat groter fortuin.

En dan kruip ik ineens in de positie van het dubbeltje. Dan hoor ik mezelf soms letterlijk zeggen: ‘Ja, ik zal nooit zoveel verdienen als hem, maar voor mezelf doe ik het prima.’ Mooi natuurlijk dat ik dat vind, maar is dat de goede instelling? Tevredenheid is belangrijk, maar als ik er zo over nadenk, zou ik mezelf helemaal niet op die manier met hem moeten vergelijken. Wie zegt namelijk dat ik nooit zoveel zal verdienen als hij? En wat maakt het uit?

Dus

Ik hoef niet evenveel te verdienen als hij. Ik hoef niet dezelfde dingen te doen of te hebben. Maar ik moet mezelf niet in een positie zetten die er automatisch voor zorgt dat dat allemaal ook nooit zal gebeuren. Want dat zit namelijk mijn eigen dromen in de weg! Ik wil namelijk wél graag een afgeloste hypotheek en een huis dat op orde is. En daarvoor is kwartjes-geld nodig, geen dubbeltjes-geld. En ik weet dat ik dat in me heb, dat laat ik tot op zekere hoogte wat mij betreft al behoorlijk zien door de vorderingen tot nu toe.

Hoe ik dat er nog beter uit ga krijgen? Ik ga in ieder geval vanaf nu me heel hard verzetten tegen die onzin-gedachte die ik tot nu toe gehad heb én hoop in het boek nog wat hulpmiddelen te krijgen om dat te realiseren. Wie weet komt de boel dan toch nog eens in een stroomversnelling!

Zien jullie jezelf als dubbeltjes of kwartjes? En vergelijk je ook, bijvoorbeeld met ouders of broers of zussen?

Volg LekkerLevenMetMinder nu ook op Pinterest, Facebook en Instagram!

Deze post kan affiliate-links bevatten. Dit betekent dat ik een commissie krijg als je iets via deze links koopt. Uiteraard kost dit jou niets extra's (soms is het zelfs voordeliger!) en kun je erop rekenen dat ik alleen links opneem van websites of producten waar ik zelf 100% achter sta. Gebruik je deze links voor je overstap, aanmelding of aankoop? Dank je! Je helpt mij dan weer om nóg meer mooie content te kunnen maken!

Ontdek waar jij geld laat liggen


Adine @ LekkerLevenMetMinder

Nadat ik in 2010 'wakker' werd met een hypotheek van ruim 400.000 euro, tegen 6% rente, gooide ik het roer om. Ik loste in razend tempo zo'n 70.000 euro af, minimaliseerde stevig én ging bewust kleiner wonen. Op Lekker Leven Met Minder deel ik mijn verhaal en schrijf ik over consuminderen, hypotheken, aflossen, sparen, besparen en zuinig leven, maar ook over financiële vrijheid, rust en mijn zoektocht naar een rijk en tevreden leven.

13 Comments
  1. Qua geld vergelijk ik niet met familie. De situatie is daarvoor te anders.
    Maar ik ben wel dubbeltje, met kwartjes ambitie.
    Lollig is wel dat er nu helemaal geen kwartjes meer bestaan.

  2. Als kind groeide ik op als stuivertje. Jarenlang kreeg ik dagelijks te horen dat ik nooit een dubbeltje zou worden, laat staan een kwartje… Als dertienjarige haatte ik de uitdrukking en verzette ik me heftig door me voor te nemen ooit een gulden te worden. Inmiddels ben ik "groot' en geloof ik waarin ik wil geloven. Ik vind mijzelf een rijksdaalder en ben daar apetrots op! Ook jij hebt rijksdaaldercapaciteiten, maak er gebruik van!

  3. Mijn ouders hebben altijd keihard gewerkt en hebben altijd gedeeld in de luxe positie. Elk jaar gingen wij op vliegvakantie. Dat was wel echt een luxe. De andere kant was dat mijn moeder heel goed kon sparen en alles wat overbleef werd in de vakantie gestoken.

    Mijn motto is waar een wil is is een weg. Ik weet niet of ik de positie inneem van een dubbeltje of een kwartje, maar ik ben er gelukkig mee. Het boeit mij echt niet of mijn buurman in een Mercedes rijdt. Ik rij in mijn gele alto en die brengt mijn ook overal waar ik moet wezen.

    Met de tijd hoop ik een (groot) gedeelte van onze hypotheek af te lossen, maar de andere kant is dat ik daarvoor niet alles wil inleveren. Natuurlijk is het een schuld, maar ik leef wel in het nu. Aflossen prima, maar niet ten koste van alles.

  4. Nadat mijn pa was ontslagen, begon ie voor zichzelf. Ging na wat opstartproblemen best goed, op papier zijn ze miljonair maar al het geld zit in het bedrijf, waar alles eigendom is, van pand tot auto's tot vorderingen.

    Mijn broertje en ik profiteren wel mee van dit alles. Zo krijgen we met kerst 1000 of 1500 euro en is er een erfenis-constructie. Maar gelukkig zijn ze nog niet dood en ik zit er ook niet op te wachten 😉

    Maar goed… Ik heb dat steeds minder, kijken naar een ander. Ja ik ben een beetje gezond jaloers op mensen die op een afbetaald boerderijtje wonen en daar lekker aan hun klooien zonder buren in hun nek. Maar bezittingen, of financiele positie zegt me echt niet veel.Doe het op mijn manier, zoals ik het wil. En wat ik belangrijk vindt.

    Soms baal ik als ik dan effe niets kan aflossen en er 12 rekeningen opeens betaald moeten worden maar aan de andere kant, het is maar geld. En hoe belangrijk ook, het moet ook niet je leven beheersen.

  5. Nee vergelijken zoals jij doe ik nooit. Niet met familie,ook niet met vrienden.Ik houd er wel rekening mee.En zal bv als mijn zus trakteert op een terrasje niet iets duurs bestellen.Ooit nam mijn broer me mee op vakantie. Ook met die acceptatie had ik geen moeite.

  6. In de schoonfamilie is op dit moment een enorme ruzie uitgebarsten om geld – namelijk om wie hoeveel zou moeten betalen voor het 50-jarig huwelijk van de schoonouders.

    Hou je er verre van, om jezelf te vergelijken en te blijven vergelijken, zou ik zeggen. Want daar krijg je alleen maar dit soort toestanden van…

  7. Ik heb altijd geleerd niet te vergelijken; een kwartje zijn kost namelijk ook weer andere dingen. Daarbij heb ik ook vroeger nooit het gevoel gehad een dubbeltje te zijn, terwijl mijn ouders het niet altijd breed hadden. Ja, ik liep wel eens in kleding dat ik van mijn jaar oudere nicht had gekregen – maar die woonde toch zo'n 30 km verderop, en mijn tante kocht mooi spul voor haar, dus mijn 'afdankertjes' waren vaak mooier dan wat klasgenoten aan kleding hadden. Ik had tweedehands fietsen, maar wel goede tweedehands fietsen, en ik kwam overal. We hebben geen grote, dure auto, maar een Alto die makkelijk te parkeren is. En we wonen in een appartement 3 hoog achter, maar met een uitzicht waar de mensen in de dure koopwoningen hier beneden jaloers op zouden zijn als ze het door zouden hebben 😉 Soms zou je bijna denken dat dubbeltjes kwartjes zijn, en kwartjes dubbeltjes.

    1. Oh, en wat dacht je van kamperen in Duitsland met een gelukkig gezin, of op vliegvakantie naar Egypte zoals een klasgenootje van me deed, en een paar maanden later waren haar ouders uit elkaar. Ik weet zeker dat mijn vakantie minder ver, maar wel véél fijner was.

  8. Ik ben de armste van de familie. Dus ben ook ik een dubbeltje. Ik woon het kleinst.
    In de ogen van anderen doe ik het redelijk tot goed.
    Ik herken je stukje.

    In mijn laatste blog, column, heb ik alle dingen bij elkaar gezet die mij in het boek opvielen.

  9. Haha, Opnieuw Begonnen, ik heb van 'ons drieen' het hoogste gezinsinkomen, maar woon het kleinst. Ik woon in Amsterdam. Broer en zus wonen in Friesland en Groningen. Zus is arbeidsongeschikt, maar woont in een kast van een halfvrijstaand huurhuis, met een tuin waar ze wel vee in kan houden. Ook mijn broer en schoonzus zouden rustig een atletiekbaan in hun achtertuin kunnen aanleggen.Ik krijg er wel eens de slappe lach van:-).

  10. Hier wil ik ook nog eens een blogje over schrijven, want het zet me eens in de zoveel tijd aan het denken.

    Mijn ouders hebben het goed, hebben het altijd goed gehad en aan mijn kant van de familie verdienen wij het minst, en we besparen… Ieieie (eng woord) (niet voor iedereen hoor!!)

    Mijn schoonouders hebben het redelijk goed, en hebben het niet altijd zo gehad, dus bij vriend z'n familie verdienen wij het meest en weten ze eigenlijk niet eens dat dat helemaal niet zoveel is.

    Apart hè?! 2 families en 2 situaties.

  11. Mijn vader had het altijd over 'vast loon, vaste armoe' hij was zelf veehouder en het inkomen daaruit was minimaal, alle geld werd teruggestoken in de boerderij.
    Ons gezamenlijke 'vaste'loon is heulemaal niet zo veul maar we hebben het makkelijker dan mijn ouders het ooit hadden, ben 'k daarmee een kwartje of een armoedzaaier??? Nee 'k voel me wel een mazzelaar dat 'k tot op zekere hoogte kan doen wat 'k graag wil.
    groet

  12. Ik heb 1 zus en we zijn heel verschillend… We kregen laatst allebei 1000 euro van mijn moeder. Ik heb het naar de aflossing van de hypotheek gedaan, zij is er mee naar de schoonheidsspecialiste e.d. geweest. Ze heeft geen cent te makken maar vindt dat ze af en toe dit soort uitspattingen verdient…

Leave a Reply

Your email address will not be published.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.